Rotterdam, Erasmus’ Cultuurstad.

Rotterdam, Erasmus’ Cultuurstad.
 

Rotterdam,  Erasmus’ cultuurstad.

 

Velen kennen de naam van Erasmus. Maar wie was dat toch? En heeft zijn boodschap  in onze tijd nog cultuurwaarde voor Rotterdam?

In zijn geboortestad had men voor  Erasmus’ boodschap weinig belangstelling. [1]   Men was wel trots op zijn beroemdheid als geleerde. Men noemt hem soms een humanist, een theoloog, een letterkundige of een  wijsgeer.

 

Al dit soort benamingen nodigen niet direct uit tot nadere kennismaking. Ze doen snel  denken aan boekenwijsheid, die weinig te maken kan hebben met onze moderne dynamische multicultuur. Vooral nu boeken plaats gaan maken voor beeld-communicatie.

 

 

[1]. “Wij

 

[1]. “Wij zagen

 

Wie echter de moeite neemt om aandacht te schenken aan Erasmus’ gedachtengoed, zal inzien dat dit juist bij uitstek van grote waarde is. Vooral binnen de huidige Europese veelkleurigheid en een door bijna iedereen gerechtvaardigde wereldmarkt.

 

In 2001 was Rotterdam ‘Culturele Hoofdstad’ . De stad is beroemd als wereldhaven en als drager van cultuur. Als lid van Eurocities bevindt Rotterdam zich in een netwerk van plm. 74 grote Europese steden, met elk 54.000 inwoners minimaal. Die steden zijn weer elk centra van regio’s. In al die regio’s worden jonge moderne Europeanen opgevoed tot bewuste ‘wereldburger’, wonend in één wereld.

 

Rotterdam is er trots op een welvarende multi-culturele stad te zijn, die zichzelf voortdurend vernieuwt. Er is veel moderne architectuur, techniek en zijn veel goedgevulde winkels. Er zijn musea, theaters, bioscopen en een bekend stadion. Er is kunst en er is een grote mate aan beschaving, tolerantie opleiding en goed betaalde arbeid. De stad heeft parken, een dierenpark en groene singels. Er wordt kennis verworven aan opleidingsinstituten en de Erasmus Universiteit. Die kennis heeft voor Rotterdam grote marktwaarde.

 

Naast als dit fraais bezit Rotterdam, net als alle andere grote steden, specifieke grotestadsproblemen. Er is achterstand bij overdracht van taal en primaire waarden. Te veel medeburgers ontberen kans op ontplooiing. Vast werk is voor te veel mensen schaars. Er is verveling, vervuiling, psychische nood, verslaving, geweld, fanatisme, moord, er is fraude en weinig controle. Er is te vage wetgeving en er zijn humanitaire misstanden. Er is een ongebreidelde handel met te lage loonlanden.

Afgezien van deze sociale minpunten heeft elke distributie-stad, en Rotterdam bij uitstek, grote problemen met de ecologische realiteit.

 

Rotterdam is dus op zoek naar meer leefbaarheid en duurzamere relaties met haar milieu. Ze is met al haar kennis, op zoek naar wijsheid.

 

Ad fontes, terug naar de bron.

 

Erasmus was tijdens de Renaissance het meest beroemde doorgeefluik van herontdekte ‘wijsheid’ uit klassieke Grieks-Romeinse literaire bron. Tegenover deze ‘herboren’ verfijnde cultuur, leek het christelijke scholastieke onderwijs barbaars en grof. De studie van de humaniora – de klassieke talen die ‘de mens’ vormen – maakte een ontmoeting mogelijk met oude Griekse en Romeinse culturen. Deze bleken veel gemeen te hebben met zeer vroege-christendom.

Lang voor onze jaartelling waren Griekse filosofische opvattingen opgenomen in

de Romeinse wetgeving. Deze oude wets-opvattingen kwamen bekend voor bij zestiende eeuwse Europeanen. In b.v. de filosofie van de Stoa[2] kwam de idee naar voren dat alle natuurwezens bezield zijn door de (scheppende) wereldwet, ook wel de Logos genoemd. Dit houdt in dat mensen ‘burgers’ zijn van één wereld. Kosmopolieten weten zich verbonden middels de bron van hun bestaan. Voor de natuurwet was men gelijkwaardig, daarom was de natuurwet de basis van verdere wetgeving. [3]Een dergelijke visie had religieus-ethische, juridische en politieke implicaties.   In onze tijd zien we nog meer implicaties opdoemen, zoals economische en ecologische.

 

Wereldburger zijn, wat houdt dat allemaal in?

 

Ook Erasmus tracht ons al 500 jaar te vertellen hoezeer we ons bewust moeten worden dat “Deze wereld het gemeenschappelijk vaderland is van allen”.[4] Gebonden door een en dezelfde eendracht nastrevende geest meende hij dat mensen die zich ‘christen’ alles doen om de vrede te bewerkstelligen. Maar de realiteit is dat christelijke geloofsbroeders, die dus bij uitstek vredelievend zouden moeten zijn, oorlog voeren onder elkaar.

Dit alles tot grote schade van totaal onschuldigen en van zichzelf.

Een oorlog heeft alleen maar verliezers, meende hij.

De natuurwet die wereldburgers ‘elk het zijde geven kan’, werd in Erasmus tijd zelfs door geestelijken verward met het ‘natuurlijk recht’ van de sterkste. Zo konden machthebbers, door bijna iedereen gerechtvaardigd, heilige oorlogen voeren’ om bezit te vermeerderen ten koste van mens en wereld.

 

 

Toch wees Erasmus reeds op mogelijkheden om toch tot leefbaarheid en duurzamer relaties te komen. Want alhoewel mensen snel geneigd zijn tot hebzucht, eerzucht, wraak en aggressie, zag hij toch dat mensen niet als slechtaardig worden geboren. Integere en bekwame bestuurders en beter onderwijs is echter wel nodig om de vrede een kans te geven.

Erasmus achtte de studie van de oude talen belangrijk in zijn tijd. Niet zozeer om die talen maar veel meer om de denkwereld die via die talen toegankelijk is.

In onze tijd kunnen we beschikken over goede vertalingen, en is toegang tot die denkwereld

eenvoudig.

 

Omdat er in onze multicultuur zo naarstig wordt gezocht naar wijsheid en duurzame leefbaarheid, is de kans groot dat het toch interessant genoeg kan zijn om te kijken en te luisteren naar de wereld van Erasmus, die immers ook onze wereld is. Hij zal beslist veel geestverwanten kunnen bereiken ondanks historische afstanden en culturele verschillen. Want….”Ruimte scheidt de lichamen maar niet de geesten”, zei hij.[5]

 

Om goed naar hem te kunnen kijken en te luisteren zou het handig zijn dit te kunnen doen via modern beeldonderwijs, b.v. in de vorm van een CD-rom..etc….

Op die manier zullen heel wat zoekers naar wijsheid steun vinden in Erasmus’ geboortestad.

 

 

Citaten in dit verband:

 

Over oorlog, vrede, religie en recht.

 

“Laten zij toch liever bedacht zijn op de dingen waarom het gaat, dat namelijk de wereld het gemeenschappelijk vaderland is van allen en hat het begrip vaderland allen verenigt die van dezelfde voorouders afstammen en bloedverwantschap tot vriendschap leidt”.

 

“Dat de kerk één familie is waartoe allen op gelijke wijze behoren en dat het bewonen van één huis nauwe banden schept”.

 

“Tussen de verschillende hemellichamen, die toch niet de zelfde beweging noch dezelfde kracht hebben, bestaan reeds gedurende zovele eeuwen verdragen en zij blijven van kracht”.

 

“De elkaar bestrijdende krachten der elementen houden elkaar in evenwicht en bewaren eeuwige vrede, en bij zo grote ongelijkheid bevorderen zij toch door wederzijdse harmonie de eenheid”.[6]

 

“Wat is er zotter dan om welke reden dan ook een strijd aan te gaan van dien aard dat beide partijen meer nadeel dan voordeel ervan ondervinden”.[7]

 

“Toen hij (Jesaja) ons de voortreffelijkse aller vorsten wilde doen begrijpen, heeft hij Hem aangeduid door die karaktereigenschappen, die hem het beste van alle leek” “….. Geen satraap, stedenverwoester, krijgsheld of triomfator”. (De klacht v.d. Vrede)

 

“…Integendeel: niets is een zekerder bewijs van een bekrompen en allerminst koninklijke geest dan wraak te nemen”.[8]

 

“Het hoogste recht is vaak het hoogste onrecht”.[9]

 

“Beter onrecht verdragen dan onrecht doen”. (Platoons/ NT)

 

“Wat is rijkdom waard als deugd ontbreekt?” (Platoons/ N.T.)

 

 

Over opvoeding.

 

“Voor het leren van een taal zal het van het grootse gewicht zijn als het kind wordt opgevoed door mensen die goed ter tale zijn”.

 

“Fabels en verhalen zal hij beter onthouden, als de inhoud ervan in duidelijke afbeelding voor de ogen van het kind wordt gebracht en wat in het verhaal verteld in beeld wordt vertoond”[10]

 

“Wat hoort een kind liever dan fabels (van Aesopus), die toch door middel van lach en scherts voorschriften van de filosofie geven…”

 

“…korte gezegden, die haast spreekwoorden zijn, en uitspraken van beroemde mannen. Vroeger placht de filosofie alleen op die manier tot het volk te komen”.

(Platte praat, griezelverhalen en pure domheden vond Erasmus afkeurenswaard.)

 

“Zijn kinderen van gewone mensen soms minder dan koningskinderen?

Wanneer de financiele middelen beperkt zijn, hebben zij steun van onderwij en studie nog veel harder nodig om op te staan uit het stof”.

 

“Evenals het dwaas is in de lente druiven te zoeken en in de herfst roze, zo moet ookde onderwijzer letten op wat bij iedere leeftijd past…”

 

“…de vrucht der studie bestaat in een wederkerige goede gezindheid der geesten. Daarom spraken de ouden van de wetenschappen der humaniteit”.

 

“..Niets belet dat het nuttige samengaat met het aangename en dat de schoonheid zich an het edele paart”.

 

“Concedo nulli”. Ik geef niet toe….. (tweedracht niet toelaten)

 

“Slecht een dwaas kan onder dwazen leven”. (ironie)

 

 

 

Aspecten van Erasmus denken.

 

 

a. Pacifisme (heilige oorlogen passen niet in christendom)

 

b. Religie (navolging van ‘de Christus’ als Vredebrenger)

 

d. Verdraagzaamheid, (moeilijk ook voor Erasmus…..maar ….)

 

e. Belang taal, opvoeding, beeldonderwijs, gezondheid en hygiene.

 

f. Eendracht tussen geestverwanten, wederkerigheid.

 

g. Niet verspillen, niet verrijken ten koste van iets of iemand.

 

h. Geen macht misbruiken, goed overwegen, verstand gebruiken, eendracht nastreven.

 

i. Kosmopoliet zijn.

 

j. Anti-fanatisme en extreme haarkloverij.

 

k. Eendracht nastreven, behouden en onderhouden.

 

l. Oorlogen hebben geen winnaars. Het doel heiligt de middelen niet.

 

M. Hoop dat het verstand ooit zal zegevieren.

 

 

 

 

Wat past er van hem nog in onze tijd?

Zijn mensen bewoners van een en dezelfde wereld?

Als dit zo is, waar kunnen we dan eens extra op letten na 2000?

 

I. Lamers.

 

 

 

[1]. “Wij zagen op het marktplein een edel bronzen standbeeld van Erasmus, die in deze stad geboren was. De bewoners van Rotterdam zijn hierop erg trots, maar ze laten toe dat het gebied rond dit mooie beeld zo vervuild raakt, dat de toeschouwer vervuld raakt van afkeer inplaats van bewondering”. Uit: Wijsbegeerte in Rotterdam in heden en verleden, M.J. Petry, Brill Leiden ’82 p. 25/25; cit.: Benjamin Silliman (1779-1864, Amerikaans scheikundige en geoloog).

[2]. “De eenheid van het menselijk ras, de gelijkheid van mensen en daarom gerechtigheid in de staat, de gelijke waarde van man en vrouw, respect voor de rechten van echtgenotes en kinderen, welwillendheid, liefde, zuiverheid in het gezin, tolerantie en naastenliefde naar onze medemensen, humaniteit in alle gevallen, zelfs bij de vreselijke noodzaak van de doodstraf van misdadigers ……..dit zijn de fundamentele gedachten die de boeken van de latere Stoa vullen”.   Uit: A history of political theory, G.H. Sabine, 1981, 4e druk, p 151. cit. Janet 1913 (vert. I. Lamers).

[3]. De Romeinse juristen bewonderden de Griekse wetgeving waarbij de ongeschreven natuurwet (fysei of bij de latere Stoa logos) model stond voor de geschreven wetten (nomoi).

[4]. Erasmus: De klacht van de vrede, uitg. Ad Donker te Rotterdam 1986 p. 79.

[5]. De klacht van de vrede, p. 69.

 

 

[6]. De klacht v.d. Vrede, p. 23.

[7]. Lof der Zotheid par. 23.

[8]. De klacht v.d. Vrede. p. 76.

[9]. Adagia. Erasmus had dit gezegde gelezen bij Cicero (150 v. Chr). In het denken van Erasmus speelt dit gezegde een grote rol.Erasmus had meer respect voor de ongeschreven (goddelijke) natuurwet dat voor de door mensen geschreven wetten. Blinde toepassing van positief recht kan het groot onrecht doen. In de Romeinse wetgeving zorgde de idee natuurwet voor billijkheid bij toepassing geschreven regels. Volgens de filosofen van de z/g/ Stoa zijn alle mensen burgers van de wereld en derhalve elkaar gelijke voor de wereldwet (Logos). Het begrip ‘billijkheid’ (equity) zou in de scholastiek vervlakken en later door Erasmus in haar klassieke betekenis worden herkend. (zie tekst Prof. I. Winkel d.d. 16 okt. 1998)

 

[10]. Over opvoeding. Erasmus